Het voorbije jaar was in alle opzichten een bijzonder jaar. De meeste van onze activiteiten konden helaas niet doorgaan. Maar eind mei kregen we toch nog de toestemming om met beperkt publiek te gaan ringen. Hierdoor kunnen we toch nog mooie resultaten noteren.
Wat de steenuilen betreft hebben we 88 jongen geteld, waarvan we er 51 konden ringen. Dit op 39 broedgevallen. Bij de kerkuilen telden we maar liefst 144 jongen, we konden er 128 ringen. Dit op 45 vastgestelde broedgevallen. We volgen ook een aantal bosuilkasten op, hieruit konden 8 jongen ringen. Een aantal jaar geleden hingen we ook een aantal mandjes op voor ransuilen, met beperkt succes. De ransuil blijft een rare vogel. In de winter hokken ze samen op roestplaatsen, in het broedseizoen blijven ze onvoorspelbaar. Ze komen niet zo vaak terug naar hun nestplaatsen, en broedsels worden vaak op het laatste moment ontdekt. Ook de oehoe werd het voorbije jaar in het Waasland een paar keer waargenomen. Een paar weken geleden heeft er zelfs een velduil een weekje gelogeerd in het Groot Broek in Elversele. Maar intussen is hij al vertrokken.
Zoals iedereen hopen we dat 2021 een normaal jaar zal worden. Of we in het voorjaar terug onze uilenwandelingen zullen kunnen organiseren is nog niet zeker. We houden jullie zekere op de hoogte via onze website en sociale media.